Iemand met een motorische beperking heeft problemen met bewegen. Je kunt bijvoorbeeld niet lopen of je armen niet goed gebruiken. Dit komt door problemen met je spieren, gewrichten en/of je skelet. Sommige motorische beperkingen zijn goed zichtbaar, omdat iemand in een rolstoel zit. Andere beperkingen vallen minder of zelfs helemaal niet op, zoals reuma. Als mensen ouder worden, hebben zij vaker een beperking.
Hoe ontstaat een motorische beperking?
We bewegen met onze spieren. Die krijgen een seintje van onze zenuwen, die op hun beurt opdracht gekregen hebben van de hersenen. Als je spieren, je zenuwen of het deel van de hersenen dat beweging regelt beschadigd zijn, ontstaan er problemen met bewegen.
Zo’n beschadiging heeft verschillende oorzaken:
- Er gaat iets mis tijdens de zwangerschap. Zo kan bijvoorbeeld je ruggenwervel niet goed sluiten. Dan word je geboren met een open ruggetje, ook wel spina bifida genoemd.
- Tijdens de bevalling krijg je even geen zuurstof. Je spieren kunnen verkrampen door de hoge spanning, waardoor je spastisch wordt.
- Je kunt een ziekte in je spieren of zenuwen hebben.
- Een ongeluk kan een beschadiging veroorzaken.
- Als je ouder wordt, kun je problemen krijgen met bewegen.
Leven met een motorische beperking
Zo’n 1,4 miljoen Nederlanders hebben een motorische beperking. Ruim de helft van hen is 65 jaar of ouder, ongeveer 10 procent is jonger dan 19 jaar. Zo’n 250.000 mensen maken gebruik van een rolstoel. Daarvan zitten ongeveer 150.000 mensen altijd in hun rolstoel, de rest kan nog wel kleine stukjes lopen. Een deel van de mensen met een motorische beperking heeft ook een verstandelijke beperking.
Als je een motorische beperking hebt, zijn alledaagse dingen vaak heel lastig. Traplopen, boodschappen doen en jezelf wassen gaat niet zomaar. Soms kunnen mensen met of zonder hulp zelfstandig wonen, anderen wonen begeleid of in een verzorgingshuis.
Meedoen in de samenleving
Voor mensen met een beperking is meedoen in de samenleving niet altijd gemakkelijk. Drempels, steile hellingen of hoge opstappen in de bus of trein maken het lastig om zelfstandig ergens te komen. Dat maakt het moeilijk om sociale activiteiten te ondernemen. Een derde van de mensen met een motorische beperking gaat (bijna) nooit een dag of avond uit. Voor mensen die naast hun motorische beperking ook slecht horen of zien, is dat zelfs bijna 40 procent.
Werken en sociale contacten
Iets minder dan de helft van de 15- tot 65-jarigen met een lichte of ernstige motorische beperking heeft een betaalde baan. Eigenlijk zouden veel meer mensen willen werken. Ook blijkt uit onderzoek dat het contact met anderen vaak ingewikkelder is. Mensen met een motorische beperking geven aan dat zij graag meer respect, begrip, vertrouwen en eerlijkheid willen in hun contact met anderen.
Omgaan met een motorische beperking
Net als ieder ander willen mensen met een motorische beperking vaak zo veel mogelijk zelfstandig doen. Bied dus niet ongevraagd hulp, maar vraag altijd even of je hulp gewenst is. Betuttelen is niet nodig. En als je iemand met een motorische beperking iets wil vragen, richt je dan tot die persoon zelf en niet tot een begeleider, familielid of vriend.
Verder lezen?
- Rehab Academy: leren leven met een motorische beperking
- World Servants Onbeperkt: toegankelijke werkvakanties voor jongeren met een beperking
- Rolstoeltraining met Wheelchairskills en HandicapNL
- ‘Natuur voor iedereen’: 40 natuurgebieden in 2019 toegankelijk
- 10 handige tips voor vliegen met een rolstoel